Van steenpuist tot schaafwond

Ik fiets een eindje (lees: 4 hele kilometers) op mijn gloednieuwe VANMOOF. Naar iets dat lijkt op Utrecht. Met de nadruk op lijkt, want het is uiteindelijk Leidsche Rijn. Je weet wel, dé plek om te wonen als er kinderen op komst zijn. Die zijn er in mijn geval niet. De weg is me nagenoeg onbekend. Hier kom ik normaal gesproken niet, maar het gezin waarbij ik op bezoek ga wel. ‘Op de terugweg fietsen we een andere route dat is sneller én dan kun je zien waar ik heb gezwommen.’ zegt mijn zweetdate. Met de nadruk op ‘sneller’ lijkt me dat een uitstekend idee. Ik hou van afsnijden.

Als we na een fijne pastamaaltijd (pre-race voer) terugkeren naar het centrum van Utrecht, pak ik mijn fiets er opnieuw bij. Mijn witte jurkje lijkt een publiekstrekker te zijn. Menig ongedierte strijkt erop neer. Ook mijn hair extensions zijn mateloos populair onder ditzelfde publiek. Ik herinner me de song Facts of Life van Lazyboy ineens weer…. ‘On average we swollow 8 spiders in a year.’ Waar ik normaal gesproken dus een jaar de tijd neem om deze tot mij te nemen, werk ik ze vandaag 1 voor 1 weg. Dat vliegen inslikken gebeurt me overigens ook tijdens het hardlopen, maar dat doe ik vandaag niet.

Ik word trouwens getrakteerd op een ontzettend mooi park. Geen idee hoe het heet, maar toch. Google vertelt me dat ik door het Máximapark fiets. ‘Kenmerkend is Het Lint. Een brede recreatiestrook van 8 km lang rond het hele park. Dwars door het groen ligt een verhard (autovrij) pad van 6 meter breed. Het pad is gedecoreerd met de voor het park herkenbare margrietjes. Het gladde plaveisel maakt Het Lint bij uitstek geschikt voor wandelaars, fietsers (vandaag schaar ik mij hier ook onder), hardlopers (dat ben ik morgen weer) en skaters. Dit is ook de ideale plek om kleine kinderen te leren fietsen. Het Lint voert langs alle mooie plekjes van het park zoals de Haarrijnseplas, De Buitenhof, De Vikingrijn en archeologische locaties. Overal langs het Lint staan bankjes om even te rusten en te genieten van de omgeving.’ Tot zover Google.

VanMoof GL2R blog (1)

Ik ben inmiddels aangekomen bij de Haarrijnseplas. Nog nooit eerder van gehoord. Een recreatieplas met een aangelegd strand. ‘Kijk! Hier kun je dus zwemmen, als je ooit besluit om te trainen voor een triatlon.’ zegt mijn zweetdate. Ik dacht het niet, denk ik bij mezelf. De plas ansich ziet er on-Utrechts uit. Hoezo heeft niemand me hier nooit eerder over verteld?! ‘Hier ga ik binnenkort foto’s maken met Joyce.’ zeg ik in het luchtledige. ‘Mag ik mijn telefoon?’ Ik maak een aantal foto’s en stuur deze linea recta naar Joyce. Ik bekijk ook direct even mijn Snapchat, omdat Britt me een bericht heeft gestuurd. ‘Francien, kun je gewoon even doorfietsen?’ wordt er vriendelijk doch streng verzocht. ‘Hoezo, ik mag toch wel even op mijn telefoon kijken?’ zeg ik verontwaardigt. ‘Wel als je doorfietst, ja.’ krijg ik terug. Ik merk dat ik vandaag lichtgeraakt ben. Ik verzet me in stilte en fiets door.

Ik heb het idee, dat de route toch niet zo snel is, als me in eerste instantie beloofd is. ‘Zijn we er al bijna?’ vraag ik. ‘Nee, nog niet.’ is het antwoord. Ik vraag dit, omdat er zojuist een steenpuist is opgedoken, ter hoogte van mijn linkerbil. Ik meen me te herinneren dat menig wielrenner in de Giro, om deze reden is afgestapt. ‘Ga eens op de punt van breinaald zitten. Niet heel eventjes, maar een uur of zes, zeven achter elkaar. En dan de volgende dag weer. De dag daarop wéér. En de dag daarop wéér. Heel fijn voelt het niet. Maar dan weet je wel hoe Tom Dumoulin (en ik me nu) zich de afgelopen dagen voelde.’ schreef Thijs Zonneveld op 19 mei jl. Dat vond ik toen moeilijk voor te stellen. Ineens begrijp ik dit intense leed, dat dus een steenpuist heet. De wrijving met het jurkje en zadel maken het er niet beter op. Inmiddels fiets ik heuvel op, heuvel af. In de veronderstelling dat ik zo Utrecht wel een keer te zien krijg. Niets is minder waar. Ik fiets nu ergens nabij Maarssen en het Amsterdam Rijnkanaal. En begrijp totaal niet waar dit ligt ten opzichte van de plek van bestemming.

Het wordt er overigens niet gezelliger op, aangezien mijn zweetdate flink doortrapt (die traint dus wel voor een triatlon). Mijn jurk en steenpuist laten dit helaas niet toe. Ik ben nagenoeg nooit sacherijnig. Behalve nu. Helemaal omdat van Utrecht nog steeds ieder spoor ontbreekt. Als ik door Oud Zuilen fiets, denk ik er bijna te zijn, maar navraag leert dat ik er nog steeds niet ben. We zijn inmiddels meer dan 45 minuten onderweg! Dus we moeten al om en nabij de 12 kilometer gefietst hebben, reken ik uit. ‘Dit was toch de snelle route?!’ vraag ik geïrriteerd. ‘Wel als je op de racefiets gaat.’ wordt er geantwoord. ‘Zie jij een racefiets?’ vraag ik. Waarop ik geen antwoord krijg. Neemt niet weg dat de omgeving waarin we ons nu weer bevinden ontzettend mooi is.

VanMoof GL2R blog (3)

Als we aankomen bij een stel leegstaande woonboten ben ik verbaasd. Wat is dit, en waarom staan ze allemaal leeg? Alsof hij mijn gedachte kan lezen. ‘Dit is de oude tippelzone aka Het Zandpad. Telkens als jij tegen mensen verteld dat jullie nieuwe kantoor aan de tippelzone van Utrecht ligt denken mensen hoogstwaarschijnlijk dat je Het Zandpad bedoeld. Alleen is deze tippelzone al een tijdje gesloten en ligt jullie kantoor aan de Europalaan, de huidige tippelzone.’ Ik kijk lichtelijk verbaasd naar hem en de leegstaande woonboten. Bijzonder. Marathon n**ken is ook een sport, maar toch. ik moet er niet aan denken.

‘Hoe ver moeten we nog?’ vraag ik opnieuw. ‘Vanaf hier nog 1 kilometer.’ antwoordt hij. Opgelucht haal ik adem. Een goede 15 kilometer en een steenpuist rijker stap ik van de fiets af. De volgende keer loop ik wel gewoon. Daar krijg ik tenminste geen steenpuist van. Hooguit twee schaafwonden onder mijn boobs, maar die neem ik wel voor lief.

?

Francien (& Joyce)

Follow my blog with BloglovinFacebook Instagram & Twitter

Foto door Joyce Bongers

Recent