Susan Kuijken gebruikt de telefoonGIDS als haar bijbel

Het is dinsdagmiddag, tien voor zes en mijn blik volgt het kronkelende pad langs de rivier. Alleen ik, het pad en mijn horloge dat me vertelt dat ik nog 10 minuten te gaan heb in dit middagduurloopje. Mijn techniek geeft weg dat dit vandaag niet de enige training was. Korte pas en een laffe kniehef; ik noem het de “afternoon shuffle”. Dinsdagochtend staat tijdens mijn trainingsstage (in Australië) in het teken van een pittige grasbaantraining, de zwaarste training van de week. Met een groep van 20-30 atleten lopen we verschillende sets met intervallen variërend van 200m tot 2km. Halverwege vraag ik me regelmatig af of ik het einde van de training ga redden, maar als groep loodsen we elkaar er altijd doorheen. Ondanks dat ik in die training ‘maar’ 18 tot 20km afleg, maakt de combinatie van intensiteit, korte pauzes tussen intervallen en de warmte dat ik de rest van de dinsdag als een luiaard door het leven ga. Alleen een dutje van een uur (of twee) en een kop sterke koffie kan mijn bewustzijn dan foppen dat ik als een enorm energieke fitgirl de hele wereld…en dan vooral mijn krachttraining die middag aankan. Na de krachttraining volbracht te hebben is het tijd voor het laatste en meest uitdagende onderdeel van deze “Triple Tuesday”: een simpel duurloopje van 30 minuten.

Matt_Krumins_-19

Runner’s high?!
De koffie-high in mijn lichaam begint inmiddels plaats te maken voor de verrukkelijke pijn-cocktail van baan & kracht naweeën. Kuiten, hamstrings, bovenbenen, rug & kont. Geen spier heeft eraan kunnen ontsnappen. Mijn gezicht staat op standje frons omdat ik zo verschrikkelijk moe ben. Dan in een vlaag van verstand, bedenk ik me dat ik daar even heel snel mee op moet houden, want mijn beenspieren hebben dat laatste beetje energie harder nodig dan mijn gezichtsspieren. Ik kijk naar beneden, grassprieten zoeven voorbij terwijl mijn schoenen de grond raken. Ik zie mijn benen, maar ze lijken niet van mij te zijn. Nog 5 minuten op mijn horloge. Niemand gaat me hier redden, ik moet het zelf doen. Ik kan mijn knieën nauwelijks optillen, maar blijf pushen. De ene voet voor de andere terwijl ik met iedere bocht hoop dat de finish in zicht komt. Nu is mijn trainingsgroep er niet bij om me er doorheen loodsen. Ik, het pad… en de wil om dit af te maken. Hard werken terwijl niemand kijkt. Hard werken aan een onderdeel zó klein dat het in het totaalplaatje verwaarloosbaar lijkt. De uitdaging is niet pushen in de spotlights, maar geloven in details.

150830-015

Ik geloof je niet
Een vol stadion, minstens 50.000 mensen in het publiek, 15 atleten op de startstreep. Het gebeurt niet iedere dag, maar als het gebeurt dan moet je er staan, vol zelfvertrouwen om te kunnen presteren. Ik kijk naar links, ik kijk naar rechts en zie verschillende atleten een kruisje slaan. Ik kijk naar mijn nagels, uiteraard perfect gelakt met een gedetailleerd design. Good nails, good race zeg ik dan. Niet dat ik daar écht in geloof na wat goede wedstrijden met slechte nagels en andersom. Mijn hart klopt snel en adrenaline giert door mijn lichaam. Ik kijk naar het publiek en vervolgens omhoog. Zou dit moment makkelijker zijn als ik ergens in zou geloven? Dan kijk ik weer naar beneden en zie de startstreep. Ik kom tot rust, want ik weet wat me te doen staat en ik weet dat ik er klaar voor ben. Ik doe niet aan bijgeloof en geloof niet in God, maar wel in het proces.

Het telefoonboek, bestaat dat nog? Wel als je Susan Kuijken heet.
Als atleet leg je dag in, dag uit laag op laag op laag. Door te trainen voeg je steeds weer een laag toe. Het is niet één goede training die je tot een succesvolle atleet maakt, maar het is de continuïteit van trainingen. Net als een telefoonboek met talloze flinterdunne pagina’s. Een enkele pagina is kwetsbaar en makkelijk door te scheuren, maar een telefoonboek in z’n geheel scheur je zo makkelijk nog niet door. Iedere training is een pagina die je aan je telefoonboek kan toevoegen en hoe meer je er toevoegt hoe sterker het boek wordt, maar als er pagina’s missen dan wordt het boek kwetsbaar. Sommige pagina’s, zoals een baantraining in een motiverende groep zijn makkelijker te schrijven dan andere pagina’s zoals een eenzaam duurloopje aan het einde van een zware trainingsdag. Maar het is belangrijk om niet teveel op een individuele training te focussen, maar om met veel geduld en discipline te focussen op het geheel. Uiteindelijk kan het weken, maanden of in mijn geval zelfs jaren duren voordat het boek af is. Mijn telefoonboek dat uiteindelijk de Olympische Spelen moet gaan heten.

Opstaan, (in slaap) vallen en weer doorgaan
Je bent moe, hebt slecht geslapen, lang gewerkt, het is al donker, het regent of je hebt gewoon geen zin. Iedereen kent die dagen wel waarop de bank het lijkt te gaan winnen van je motivatie. Gelukkig ben ik een professionele atleet en zie je mij alleen maar lichtvoetig en lachend rond draven, want mijn werk is altijd leuk. News flash: ik ken die dagen ook! De uitdaging is om ook als je helemaal alleen bent en er niemand in de buurt is om je op de vingers te tikken om dan toch voor je hardloopschoenen te kiezen. Alleen jij, je hardloopschoenen en de weg. Natuurlijk is het dan als je uiteindelijk die luie kont de deur uit hebt weten te slepen onderweg nog steeds makkelijk om op te geven en te zeggen dat het zo wel weer genoeg is. Wat maakt dat ene duurloopje immers uit op de lange termijn? En fysiek maakt dat ene duurloopje waarschijnlijk ook weinig uit voor jou, maar ook voor mij als ik straks op de startstreep in Rio sta. Maar dat ene duurloopje kan iets geven dat bijna belangrijker is dan je fysieke gesteldheid, namelijk “mental edge”.

I give it my all
Het telefoonboek is mijn motivatie en geloof. Met iedere letter, naam en pagina; met iedere oefening, interval en training schrijf ik een klein onderdeel van dat grote geheel. Een dik robuust boek dat mijn tegenstandsters onmogelijk door midden kunnen scheuren. Geen enkele pep-talk, mental coach, bijgeloof of geloof is voor mij sterker dan het feit dat ik weet dat ik er tot in de kleinste details alles aan heb gedaan om zo sterk mogelijk aan de start van een wedstrijd te verschijnen. Geen training overgeslagen en altijd 100% gegeven. Dat zelfvertrouwen kun je niet faken, dat is de mental edge. Al rennend op de Pacific Crest Trail, op 1.800m hoogte in Zuid Californië adem ik de koude ijle lucht mijn longen in. Het rotsachtige terrein in combinatie met de heuvels en vermoeide benen vallen me zwaar vandaag. Terwijl de prachtige vallei en de bergen van Mexico me in de verte aanstaren, heb ik mijn blik strak op de volgende heuvel gericht. Een pagina overslaan is geen optie. Verzuurde benen, buiten adem. Geloof in het proces. Net als ik denk dat het pad hier de afgrond ingaat, maakt het een bocht naar links. Voor me de volgende klim, de volgende uitdaging, maar zeker niet de laatste uitdaging op dit pad. Another day, another page. Met de zon als enige getuige. Het is jouw telefoonboek en jij moet het schrijven. Niet je coach, niet je partner en niet je trainingsgroep. Als ik straks in dat volle stadion sta, naar beneden kijk en de startstreep zie dan weet ik dat mijn boek af is.

Ben je al begonnen met het maken van je eigen telefoonGIDS?  

?

Susan Kuijken

Foto’s door Erik van Leeuwen & Matt Krumins

Follow my blog with BloglovinFacebook Instagram & Twitter

P.S. Susan Kuijken is trouwens ook fervent poster op Instagram 

Recent