Lieve hardloopschoen,

I can’t get no sleep. De songtekst van Faithless schalt niet alleen door mijn hoofd, de betekenis van de naam van de band houdt mij ook wakker. Ik ben namelijk faithless dat ik ooit nog in slaap zal vallen. Want godsamme, ik heb nu al 2,5 uur plafonddienst.

Zoals met de meeste grote hobbies het geval is, ben ik best goed in slapen. Slapen is niet alleen een van mijn grootste hobbies, met mijn hysterische baan is het ook bepaald geen overbodige luxe. Aangezien het op de werkvloer meerdere malen per dag behoorlijk escaleert, ben ik vaak al in dromenland voordat mijn hoofd het kussen raakt. Er is alleen een keerzijde aan dit hele circus. Als ik midden in de nacht wakker word, gaan alle alarmbellen af. Want ik weet: ik val niet meer in slaap. Ik kan nog zo vaak naar het toilet gaan, nog zo veel slokjes water drinken, die oordoppen nog zo diep in mijn oren duwen: het levert niets op.

Vanochtend was het weer zo laat (of moet ik vroeg zeggen?): klokslag half 3 zat ik met wijd open ogen in bed. Verwoede pogingen om de slaap weer te vatten werden afgewisseld met het uitlezen van mijn boek en het bijkletsen (eigenlijk whatsappen) van een vriend in New York. Maar toen het inmiddels ook voor hem bedtijd was en de schaapjes aan mijn kant van de oceaan nog steeds hun werk niet hadden gedaan, was ik de wanhoop nabij. Het was bijna 5 uur en over anderhalf uur zou rinkelend mijn wekker afgaan, niet rekening houdend met het feit dat ik totaal gebroken net weer in slaap zou zijn gevallen. Normaal gesproken gaat mijn wekker om een schappelijkere tijd af, maar vanochtend had ik een extra training ingepland. En wat ben ik altijd na een pittige training, behalve bezweet en buiten adem? Juist, moe. Dus, ook al was het 5 uur ‘s ochtends, het was tijd om de #nevernotrunning, waar ik overigens een hekel aan heb, in de praktijk te brengen.

Als ik strak in mijn hardlooppak de straat op stap om 5.03, word ik omringd door een oorverdovende stilte. Zelfs de overvliegende vogels in de langzaam lichter wordende hemel lijken geen geluid te maken. Terwijl ik mijn Nike+ instel op een half uur voor mijn intervaltraining, realiseer ik mij dat ik helemaal alleen op straat ben. Het enige geluid komt van mijn neerkomende hardloopschoenen op de stenen en een verdwaalde sirene in de verte. Geen roekeloze fietsers om mij van het fietspad te jagen, geen rinkelend belletje van de tram om mij te wijzen op zijn vertrek. Vandaag is er geen publiek, ik zal mijzelf moeten aanmoedigen.

De verlaten straten dagen mij uit, vragen dingen van mij die ik normaal niet zou doen, zoals je wel eens stiekem in je neus peutert als je denkt dat niemand kijkt. Ik trek een sprint over het asfalt van de Wibautstraat, ren door de straat van mijn ex en schreeuw keihard “FUCK YOU” en doe lunges op de verlaten tramrails. Als ik na een eindsprint de zon boven de Amstel zie opkomen, begrijp ik wat mensen bedoelen met ‘pluk de dag’. De magie van de morgen houdt mij in zijn greep, al lijkt deze om kwart voor 6 al bijna te zijn vervlogen als ik in de verte de eerste auto’s hoor toeteren. Ook al komt de dag van de gemiddelde Nederlander nu langzaam op gang, om 6 uur lig ik gedoucht en wel in mijn bed. En slapen? Dat deed ik 2 uur lang als nooit tevoren.

?

Tesja (editor Girls Love 2 Run)

Foto gemaakt door Joyce Bongers

Follow my blog with BloglovinFacebook Instagram & Twitter

Recent