#39 Dagboek van een marathon loopster

Ik kijk in mijn digitale agenda. Zie dat het 9 november is. Op 28 november loop ik dus de KLM Curaçao Marathon. Ik tel de dagen. Nog 19.

Hallo, ik (Francien) ben het
Ik vroeg me af of je na al die maanden
Zou willen afspreken
Zodat we het kunnen hebben over alles

Hallo, kun je me horen?
Ik ben in Amsterdam en ik droom over wat we ooit waren
Toen we nog jong en vrij(gezel) waren
Ik ben vergeten hoe het was voordat de wereld aan onze hardloopschoenen lag

En nu is er een Noordzee tussen ons
Heb je heimwee?

Hallo vanaf de andere kant
Ik heb je vast al duizend keer gefacetimed
Om je te zeggen dat ik je mis, hoe koud het is
Maar als ik je Facetime, blijk je gelukkig vaak online te zijn

Hallo vanaf de overkant
Ik kan dan tenminste zeggen dat ik om je geef.
Ook nu ik niet meer naast jou leef
Maar het maakt niet uit, ik heb mijn plek gevonden

Hallo, hoe gaat het?
Het is zo fijn om je op mijn telefoon te zien.
Vind je het goed als ik naar Newcastle kom?
(Dankjewel Adele, Marco en Trijntje voor jullie wijze woorden)

En zo geschiedde. We renden vandaag zelfs samen door Newcastle.

Geschreven vanuit mijn beleving.
‘Ik heb geen zin.’ zeg ik. ‘We gaan gewoon. zegt Fieke stellig. ‘Het is maar tien kilometer Frans.’ zegt ze. De weersomstandigheden (regen en harde wind) maken het er niet aantrekkelijker op. Daphne denkt er net zo over. Waar een wil (lees: Fieke) is, is een weg.

‘Doe eens even gezellig.’ zegt Fieke terwijl ze wijst op mijn koptelefoon. Althans volgens mij zegt ze dat. Ik kan haar niet goed horen. Ik schuif de koptelefoon van mijn linkeroor af. ‘Wat is er?’ vraag ik. ‘Waarom heb je dat ding meegenomen?’ vraagt ze. ‘Ik ben aan het luisteren naar Toen Ik Je Zag, voorgelezen door Isa Hoes. Ze leest het zo mooi voor.’

Ik ga dit boek beluisteren tijdens de race. Ik wil daarom ook niet met Fieke en Daphne samen lopen. Anders vallen ze me tijdens het luisteren misschien wel lastig met vragen. Ik vind het lastig om voor mezelf te kiezen. In plaats van het groepsbelang. Samen lopen is leuker. Zeker omdat het een fun run betreft voor het goede doel. Toch denk ik daar anders over. Ik grijp deze gelegenheid namelijk aan om op een consistent tempo te lopen. Ik wil mijn eigen race lopen. En ik wil gewoon heel graag naar dit boek luisteren. Ik zou het ultiem vinden om mijn twee grootste hobby’s boeken (lezen) en hardlopen te combineren.

Kilometer 0
Om klokslag 14:00 (Engelse tijd) mogen we van start. Fieke loopt voorop. Fieke ondersteunt vandaag Daphne. Die wil namelijk voor het eerst deze afstand op snelheid lopen in plaats van uitlopen. Al gauw mag ik ze voorbij gaan. Ik loop voor het eerst in lange tijd weer met Nike+ Running. Iets dat mijn oude telefoon gezien de korte batterijduur niet aankon. Ik ben bewust van mijn doorkomsttijd, 5:15, als ik kilometer 1 passeer. Ik merk dat ik in een hyperfocus zit. Omgevingsgeluiden zijn er niet. Enkel de warme stem van Isa Hoes. Ze vertelt me in geuren en kleuren over haar leven met Antonie. Ik ga niet zeggen dat het een feest der herkenning is. Toch kan ik me vinden in de dingen die ze beschrijft en betrekt op haarzelf en Antonie.

Kilometer 2
Op kilometer 2 passeer ik de eerste wandelaar. Een vrouw in een lichtblauwe tule jurk. Elsa, Frozen. Ik moet glimlachen. Jenny, die overigens thuis is gebleven, en ik zingen al de hele dag ‘Do you want to build a snowman?’ Ik verbaas me over Elsa. Ik bekijk haar van top tot teen. Ze is stevig aangelegd. Ik bevind me even in haar schoenen. Heeft ze opgegeven omdat ze gelooft dat ze dit niet kan? Ik betrap mezelf op deze onethische vraag, die ik baseer op haar (over)gewicht. ‘I think you can do this, as long as you believe you can do this too. It’s not about the pace. It’s about knowing that you can. It’s about doing it. Don’t give in just yet. Just lower your pace. But for Godsake run.’ Wil ik tegen haar zeggen. Ik doe het niet.

‘Hoe vaak heb ik dat niet tegen je gezegd?’ ‘Zet die knop eens om.’ Nu kan ik mezelf wel voor m’n kop slaan. Zoiets kun je niet zeggen tegen iemand die depressief is. Maar ik wist het niet. Ik begreep er helemaal niets van. Hoe kon het toch dat je het slachtoffer was van je eigen buien? Want zo zag ik het. Ik vond het zwak, al zei ik dat niet tegen je. Misschien voelde je dat wel, en vond je het zelf ook? Hoe kon het toch dat juist jij, die zoveel discipline toonde in je werk, in je privéleven zo kon instorten? Wist je diep van binnen dat het een kwestie van tijd was? Niet dat je dood wilde, daarvan ben ik nog steeds overtuigd, maar je wilde er wel van af zijn. Van het verschrikkelijke monster dat jou langzaam opvrat, hoe hard je er ook tegen vocht. Daarom was je op je goede dagen zo productief, werkte je keihard en bereikte je zo ontzettend veel. Maar op het moment dat het toesloeg kon je niet anders dan je eraan overgeven. Omdat je wist dat je toch niet kon winnen. ‘Of verzin ik dit allemaal?’ leest Isa aan me voor. Het gesprek dat Isa via het (luister)boek met Antonie voert grijpt me ontzettend aan. Ze vraagt zich continue af, terwijl ze terugblikt op hun leven samen, of ze iets over het hoofd heeft gezien. Ze ziet het naar mijn mening heel goed, maar ik snap dat ze dit niet wil zien. En als ze dit al ziet, wat moet ze er dan mee doen?

‘Hoe kon het toch dat je het slachtoffer was je eigen buien?’ Die zin grijpt me misschien nog wel het meest aan. Terwijl ik onbewust doorloop in een fijn tempo betrek ik de vraag op mezelf. Ik ben vaak genoeg slachtoffer van mijn eigen zijn. Ik weet niet hoe ik de puinzooi die ik af en toe veroorzaak, in mijn eigen hoofd, moet aanpakken. Meestal resulteert het in gedachtes over de dood. Ik ben gefascineerd door de dood (niet schrikken). Ik wil niet dood, maar ik denk er elke dag over na. De dood, staat voor mij gelijk aan rust. Geen (sociale) druk. Geen ingewikkelde toestanden. Gewoon rust (in mijn hoofd). Van bovenaf meekijken met de mensen waarvan ik hou. Dat lijkt me prachtig. Daar geloof ik in. Ik ben om die reden niet bang voor de dood. Daar is geen onrust. Ik ben niet depressief. Ik ben Francien. Wanneer mijn leven ook over gaat. Ik ben er okay mee. Dat heb ik besloten. En tot die tijd, hoe ver weg of dichtbij die ook mag zijn maak ik er het grootste feestje ooit van. En na zo’n feestje moet ik af en toe de puinzooi opruimen. Soms zit ik dagenlang in de rotzooi, omdat ik dus niet weet waar ik moet beginnen met opruimen. Als ik ‘feest vier’ neem ik namelijk niet altijd de meest verantwoorde beslissingen. Ik vergeet mensen uit te nodigen (lees: ik vergeet onbewust mijn goede vriendinnen op te bellen om te vragen hoe het met ze gaat). Ik nodig mensen uit die ik niet aardig vind (lees: enkel in de hoop toch aardig gevonden te worden). Er zijn geen huisregels (lees: ik zeg ‘Ja.’ op dingen, zonder goed na te denken over wat ervan mij gevraagd wordt en of ik daar aan kan voldoen. ‘Nee.’ lijkt niet voor te komen in mijn woordenboek). Totdat het tot me doordringt ik mezelf voorbij gelopen ben. Dan ga ik vijf dagen onder een steen liggen (lees: in mijn bed).

Gelukkig zijn er zoveel mensen om mij heen die me heel goed kennen. Die ook weten dat ik het leven (God, wat klinkt dat zwaar, dat is het niet) soms niet aankan. Dat ik teveel hooi op mijn vork genomen heb. Juist die mensen (lees: vrienden en familie) bellen me. Ze weten of voelen wat er met gebeurt. Ze helpen me om de puinzooi op te ruimen. Zodat ik opnieuw een feestje kan vieren. Waarbij ik feest met hen. De mensen die me lief hebben. Daar word ik zielsgelukkig van. Dat weten zij gelukkig ook. Ze zorgen er samen met mij voor dat het leven geen blijvende puinzooi wordt. Ze zorgen er altijd voor dat ik te allen tijde kan feesten (lees: functioneren). Ik houd geen rekening met de dag van morgen. Ik leef vandaag. En als ik vandaag word gebeld of ik een marathon wil lopen dan doe ik dat. Ik kan dat. Dat weet ik. Dat is misschien niet slim in jouw optiek. Maar als dat is wat ik wil, dan hoop ik dat je me daarmee in mijn waarde laat. Ook al doe ik het misschien niet (meer) op jouw manier.

Kilometer 5
Ik laat deze gedachte los en glimlach, omdat ik me ontzettend gelukkig voel. Waarna ik me bewust word van de omgeving. Het 5 kilometerpunt vormt de afscheiding tussen de 5 en 10 kilometer. Even denk ik erover na om het hierbij te laten. Toch ren ik door. Ik voel dat het lekker gaat. Ik voel focus. Ik voel zelfbewustzijn. Het zompige natte weiland waar ik nu op loop haalt me echter uit mijn gedachtegang. Even heb ik het zwaar. Als ik het grindpad bereik besef ik dat ik redelijk voorop loop in het vrouwelijke deelnemersveld. Ondertussen doorkruis ik de eerder gelopen route. Ik kijk of ik Daphne en Fieke zie. Ik zie ze niet.

Kilometer 6
Op kilometer 6 rent Fieke me achterop. Mijn hartslag schiet omhoog. Dit wil ik dus niet. Ik wil niet tegen haar moeten strijden. Ik ben hier om mijn eigen race te lopen spreek ik mezelf nog een keer toe. Ze zegt iets tegen me, maar ik hoor haar niet. Waar is Daphne?’ vraag ik, terwijl ik mijn koptelefoon van mijn linker oor afhaal. ‘Die had het heel zwaar en loopt nu in haar eigen tempo.’ zegt Fieke. Ik zet mijn koptelefoon weer op. Ze heeft door dat ik geen behoefte heb aan een gesprek. Ze verdwijnt uit mijn gezichtsveld en mijn gedachten.

Het boek slokt me opnieuw op. ‘Antonie laat het aan de buitenwereld niet zien, maar eenmaal thuis verdwijnt het masker van vrolijkheid en wordt hij totaal lusteloos en onbereikbaar.’ hoor ik Isa zeggen. Ik (her)ken het wederom. Ik denk niet dat men gelooft als ik zeg dat ik af en toe extreem down kan zijn. Met name in de herfst periode. Die weersomslag, maakt mij neerslachtiger dan normaal. Toch merk ik op dat het me dit najaar (minus het minpuntje van twee weken geleden) eigenlijk allemaal heel erg is meegevallen in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het gaat buitengewoon goed met me voor dit tijdstip van het jaar. Misschien komt het omdat ik mijn leven bewust heel klein houd op dit moment. Het is behapbaar. De mensen die erin voorkomen. De dingen die ik doe. De dingen die ik niet doe los ik waar mogelijk op met een vast team. Dat geeft voor het eerst in lange tijd ruimte in mijn hoofd. Er is een soort van rust. Die rust zorgt er zelfs voor dat ik toekom aan dingen waaraan ik moet toekomen. Zoals het schrijven van mijn boek en kwalitatief goede blogposts. Er is geen haast meer. Er is tijd. Tijd om te doen wat ik wil doen. Schrijven. Ik besef me dat ik het hardlopen zoals het nu aanvoelt gemist heb. Ik heb de afgelopen tijd te vaak geen zin om te gaan, maar nu ik hier ben en loop vind ik het heerlijk. Ik voel geen druk. Ik voel me bijzonder fijn.

Kilometer 8
Ik trek me op aan een meisje in een lichtblauw jasje dat me continue inhaalt, omdat ik haar op mijn beurt steeds inhaal. Een fijn kat- en muis spel waarin ik me bijzonder op mijn gemak voel. Fieke gaat aan me voorbij. Gelukkig. Ze neemt het, net als ik, op tegen het meisje. Blijft strategisch achter haar lopen. Waardoor ze uit de wind loopt. Als we kilometer 8 passeren slaat ze toe. Ze rent van mij en het meisje weg. Het maakt me niet uit. Even komt het in me op om op kilometer 9 voluit te gaan om Fieke op het laatste moment te passeren. Die gedachte wuif ik direct weg. Ik loop hier voor mijzelf. De race van een ander lopen heb ik vaak genoeg gedaan. Dan loop ik mezelf voorbij, om daarna door alles en iedereen ingehaald te worden. Nee het is goed zo.

Kilometer 9
Als ik kilometer 9 dan toch echt passeer geniet ik van mijn benen. Die voelen goed. Ik heb mijn ademhaling volledig onder controle. Ik zet nog een keer goed aan. Haal vlak voor de finish nog net iemand in. Als ik de finish bereik zie ik Fieke staan. Ze is er een dikke minuut eerder dan ik. Ik liep mijn eigen race. En zij de hare. We komen tezamen tot dit besluit. Als Daphne niet veel later over de finish komt blijkt ook zij haar doel bereikt te hebben.

12226324_10205290646082088_1350700745_n

Nee, ik leef niet in een (hardloop)wereld zonder jou
De tijd staat stil
De tijd die alle (hardloop)blaren heelt
Ik loop niet zonder jou

?

Francien  & Team Girls Love 2 Run

Foto door Joyce Bongers

Follow my blog with BloglovinFacebook Instagram & Twitter

P.S. Dit is hoe ik er nu over denk. Volgende week kan ik daar overigens weer heel anders tegenaan kijken. Dus pin me er niet op vast. 

 

Recent