2 Run | Cool Runnings

‘No matter what they take away from me. They can’t take away my dignity.’ ‘Mijn startbewijs krijg je niet,’ Thomas (mijn trainer) overhandigt zijn startbewijs aan de organisatie. Ik niet. De organisator beroept zich op de regels. En dus verlies ik mijn voorste startbewijs. De bus met afvallers wacht honderd meter verderop. Of ik daarin wil gaan zitten. ‘Nee dat wil ik niet.’ ‘Thomas, betekent dit dat ik niet meer verder mag rennen?’ ‘Nee, ze mogen ons niet verbieden om te rennen. We doen alleen vanaf nu niet meer mee aan de officiële race.’ Ik dwaal voor even af naar mijn eerste onofficiële marathon in New York. Het moment waarop mijn GPS horloge uitvalt, waarmee tegelijkertijd mijn maatstaaf wegvalt. Totdat me een ander GPS horloge met diezelfde data wordt aangereikt. Ook toen ging ik door tot de finish. Weliswaar niet de officiële, maar wel de mijne.  I decided long ago, never to RUN in anyone’s shadows. If I fall, if I succeed. At least I’ll live as I believe. No matter IF they take my STARTBEWIJS away. They can’t take away FRANCIEN.

Geef nooit op
‘i’m not going to give you my race bib. Simply because I’m not done yet.’ ‘Sorry, you know the rules.’ I’m not going to give in.’ Een minuut later overhandig ik mijn startbewijs aan die asshole (momentopname). Vanaf dat punt word ik naast mijn trainer vergezeld door een swiftcar en ambulance. De man en vrouw in de swiftcar zijn, althans dat lijkt zo, geïrriteerd. Ze komen naast me rijden. ‘We can’t stop, if you don’t stop.’ ‘Dat is niet mijn probleem.’ schreeuw ik tegen Thomas. ‘It’s our duty to accompany you to the finish.’ Ik noem ze mijn papa en mama. Geef ze me mijn waterfles, dan hoef ik deze in ieder geval niet meer vast te houden. Het is alsof ik me in de kopgroep van de Tour De France bevind, het tegenovergestelde is waar. Ik ben in dit geval namelijk de Rode Lantaarndrager in Zuid-Afrika. Op de borden langs de weg lees ik de tekst ‘Amper daar, amper klaar.’ (amper = bijna) Ik heb geen idee hoever ik dan nog moet. Ik vraag aan iedereen, maar dan ook echt iedereen hoe ver het nog is. Maar niemand weet het antwoord. ‘Thomas, kijk op je horloge.’ Hij kijkt, maar geeft me geen getal. De kilometer markering is inmiddels verwijdert, dus ik zoek naar een speld in de hooiberg. Bij drinkpost, 28, 29 en 30 zijn de mensen allang en breed opweg naar diezelfde finish.  Alsin ze ruimen alles op, omdat ze er klaar mee zijn. Ze zijn verbaasd als ze mij en Thomas zien. We dragen allebei geen startbewijs meer op onze buik. Ze kijken ons vragend aan. In het voorbijgaan zien ze wel degelijk ons startbewijs op de rug zitten. Dus toch. Dus toch wat? We doen inderdaad mee aan die ene race waar jullie al 29.998 van de 30.000 deelnemers hebben gezien. En wij zijn inderdaad die twee deelnemers die je nog miste. ‘HI.’

Finishing is my only f*cking option 
De auto’s razen inmiddels aan me voorbij, omdat de weg waarop ik loop allang is vrijgegeven. Waar ik denk dat ik word vergezeld door een ambulance en slechts één swiftcar blijken dat er zes te zijn. En daar nog weer achter scharen zich allemaal mensen van de organisatie. Niet dat ik dat doorheb. Ik ren. De meneer die me deed stoppen, bereikte het tegenovergestelde. Stoppen? ‘Finishing is my only f*cking option.’ is wat ik op dat moment dacht. Thomas besluit met Fieke te bellen, om haar te vertellen dat ik nog zo’n zeven kilometer van de finish verwijderd ben. Ik mag alvast vooruit lopen terwijl hij dit doet. Ik weet overigens niet dat ik er dan nog zeven moet. Ik ben in de veronderstelling dat ik er nog minder dan vijf moet. Even heb ik een moment voor mezelf. Ik ren best hard de berg af, althans in mijn beleving. Ik kom voorbij een stilstaande swiftcar. Zie daarin diezelfde man zitten die mij zo vriendelijk verzocht mijn startbewijs in te leveren. Veel te blij ren ik voorbij. Ik kan het niet laten. ‘You can stop a race, but you can’t stop Francien.’ gooi ik eruit. ‘SEE YOU AT THE FINISH.’ plak ik er ook nog even achteraan.

Where is that f*cking finish
Voor de zoveelste keer vraag ik iemand naar de afstand tot de finish. ‘Five kilometres left.’ Hoe kan dat nou? Een heel stuk daarvoor moest ik ook nog maar vijf kilometer. Mentaal onverteerbaar. Waar is de Activia voor een betere ‘mentale’ stoelgang als je het nodig heb? Ik moet weten hoever ik ben en hoever ik nog moet. Mijn geest geeft ‘even’ op. Ik ga lopen. ‘Francien we gaan we het anders doen.’ ‘Hoe dan?’ vraag ik aan Thomas. ‘We gaan van punt naar punt lopen.’ ‘Nee, ik wil dat je achter me gaat lopen en even niets zegt, ik begin weer met rennen bij dat derde bord daar voor ons.’

I can and I will
Ik besef dat dit mijn beste race ooit is. Als je kijkt naar de afgelegde afstand en mijn lichamelijke toestand dan voelt alles nog extreem goed en lekker aan. Door de medicatie voel ik mijn blessure en stoelgang niet meer. Mentaal voer ik een stille oorlog. Tegen mezelf en tegen de persoon waaraan ik mezelf wil bewijzen. Wat?! Dat lees je goed. Ik loop hier niet voor mezelf. Ik loop hier om aan een bepaald iemand te laten zien dat ik dit kan. Wat ik me op ditzelfde moment besef is dat degene waaraan ik me wil bewijzen, misschien wel als enige weet dat ik dit kan. Deze persoon heeft in mijn optiek als enige geweten dat ondanks alle omstandigheden, ik dit kan. Lopen voor mezelf? Dat doe ik, maar niet als ik een marathon of een ultramarathon loop. Ik loop letterlijk ‘tegen beter weten in’. Ik loop hier. Ik loop hier om aan die persoon en aan jou te laten zien dat je me vooral moet vertellen dat ik iets niet kan, want als je zegt dat ik het wel kan, dan kan ik het niet. Zeg me vooral dat ik het niet kan. Dat maakt me sterker. Dat maakt me strijdlustiger. Dat maakt me Francien. Dat maakt dat ik hier op kilometer-weet-ik-veel-hoe-ver loop. Dat maakt dat ik een kapotte stoelgang overwin. Dat maakt dat ik de pijn kan onderdrukken (okay nu lieg ik, THANK GOD voor Ibuprofen).

Last
Francien je beweert hier dat je de dingen die van je verwacht worden niet waarmaakt. Je beweert tevens dat je het onverwachte wel waarmaakt. Ik finish niet binnen de tijd. Sterker nog, ik finish hoogstwaarschijnlijk als laatste. En precies daar schuilt de schoonheid van hetgeen dat ik nu beleef. Laatste? F*cking laatste? Wie had dat ooit gedacht? Ik niet. Ik absoluut niet. Maar wat vind ik dit een onmundig mooie gedachte. Wat vind ik dit onwerkelijk, maar wat vind ik dit mooi. Mijn doel? De race uitlopen (binnen de gezette tijd). Krijg je ook een huldiging op een boot in de Amsterdamse grachten als je laatste wordt? Waarschijnlijk niet. Die gedachte geeft me extreem veel plezier.

Waar is nou de finish?
Thomas belt nog eenmaal met Fieke. ‘Vraag haar hoever ik nog moet!!!!’ De finish ligt om de hoek. Vol enthousiasme ren ik de berg op, de hoek om. Geen finish. Geen Fieke. Ik vraag een groep voorbijgangers hoe ver ik nog moet. ‘400 Meters. Are you all right? I’m a doctor.’ ‘Don’t worry, I’m perfectly fine.’ Ik ren verder. Nog maar 400 meter! Na 400 meter zie ik Fieke niet. Dit had jij als lezer moeten zien. Het is alsof ik in stop motion ren. Ik loop. Ik ren. Ik loop. Ik ren. Ik loop. Ik ren. En dan zie ik iemand zwaaien. Is het Fieke? Nee. Ja toch wel. ik stijg op. Ren naar haar toe. Ik ben er. ‘Frans dit is niet de finish. Ik loop met je mee.’ Thomas rent vooruit. Ik krijg namelijk de eer om als laatste te finishen. Ik raak het gras aan. Ik denk de finish te zien. Het is een boog. Het is niet de finish. Daarachter ligt een boog met daarop het woord finish. Ik kijk. Ik zie. Ik trek mijn schoen uit. COOL RUNNINGS. De schoen til ik boven mijn hoofd. ‘Ondanks alle uitdagingen slaagt het Jamaicaanse bobsleeteam er toch in om het respect af te dwingen van de bobsleewereld.’ Tegen beter weten in ren ik over de finish.

The missing piece
Je mist een deel? Dat klopt je mist namelijk 49 kilometer en het verhaal na de finish. Of dat nog komt? Misschien. Misschien niet. Daarvoor moet er eerst goed en wel tot me doordringen wat ik heb gedaan.

En deze is voor JOU (aan de andere kant van mijn beeldscherm): ‘I’m so happy so happy that you’re in my life and now that you’re a part of me.You showed me.  Showed me the true meaning of love and I know you like me.’

?

(Fieke &) Francien

Follow my blog with BloglovinFacebook & Twitter

P.S. Follow our Instagram (username: Girlslove2run) to keep up to date! See you!

Recent