2 Run | How did you get here?

‘I don’t have money on my mind. Money on my mind. I do it for, I do it for the love.’ Money? Kilometers bedoel je. De kilometers vormen slechts meetpunten. Daarvan ga ik er vandaag 56 overwinnen.

Documentatie
Ik probeer mijn verhaal te visualiseren terwijl ik achterin de auto zit, voorin zijn Fieke en Thomas te vinden. We rijden de route die ik de dag ervoor liep. Het gevoel wat me overvalt is te omschrijven als ‘thuiskomen.’ Je hebt geen, maar dan ook echt geen idee hoe mooi het hier is. Het liefst zou ik op iedere kilometer gestopt zijn om een foto of video voor jou te maken. Ow, wacht. Rewind. Dat is namelijk precies wat ik deed. Gewapend met een Go-Pro, fotocamera en iPhone, documenteerde ik samen met Thomas mijn race. Dit is mijn verhaal. Ben je er klaar voor?

Anders getraind
Er staan niet eens zoveel deelnemers in de startvakken. Ik kruip, zoals gewoonlijk, één startvak naar voren. De mensen om me heen zijn bijzonder afgetraind. Ik ook, in mijn hoofd that is. Deze is namelijk beter getraind dan mijn lichaam. Ongetraind? Nee, ‘anders getraind.’

Pijn is slechts een emotie
Het volkslied wordt ultrazacht ingezet. De mensen om me heen zingen zachtjes mee. Kippenvel. Thomas steekt zijn arm omhoog, hij heeft last van diezelfde kwaal. Het startsein is minder soft. Ik heb geen idee waar ik mee bezig ben. De eerste kilometer doemt op. Oh my God, waar ben ik aan begonnen? Nog 55 kilometer te gaan. Die blessure moet ik de baas blijven. Boeddhisten overstijgen grenzen van pijn, door de focus weg te nemen van het pijnpunt. Kan ik dit ook? Kan ik mijn focus verleggen? Ja dat kan ik. Want in dit geval zie ik pijn als een emotie in plaats van een waarschuwing. Wie de finish wil halen moet pijn lijden. Toch?

Deze is van jou
Het begint met een stem die constant blijft zeggen, Francien no matter what de finish is van jou. Het maak niet uit dat je geblesseerd bent. Het maakt niet uit dat je tot 22 kilometer hebt getraind. Als het erop aankomt dan weet je dat je kunt bouwen op jezelf. Dan weet je dat het vaak middels een omweg gebeurt. De normale manier is niet gemaakt voor jou. Je gaat voor extreem, want je bent extreem.

Sluitspier taferelen
Na enkele kilometers spot ik een MacDonald’s. Ik moet lachen. Ik voel dat dit mijn race is. Ik moet enorm nodig kakken, maar nergens, maar ook echt nergens spot ik dixies. ‘Thomas, heb je de dixies al gezien?’ ‘Nee.’ We beginnen ons af te vragen of die überhaupt wel langs dit parcours te vinden zijn. Als we er na 12 kilometer nog geen één gezien hebben besluit ik van de gelegenheid gebruik te maken. Ik ga voor een woeste wilde plasbeurt. Uit het zicht natuurlijk. Ik vind een torenhoge muur, ga er tegenaan zitten en laat het los. In de verte hoor ik een auto aankomen. Liet ik het daarnet nog los, nu probeer ik wanhopig mijn billen bij elkaar te knijpen. Ik zit bij nader inzien namelijk best wel in het zicht. Door het afknijpen breng ik onbedoeld mijn sluitspier op gang. Dit gaat mis. De auto is nu slechts 100 meter van me verwijderd. Alsof God mijn smeekbede hoort, de auto slaat Godzijdank af. De sluitspier is er naar mijn idee iets te vroeg bij… Ik denk na. De oorzaak? Ja goede vraag. Ah ik weet het al, die verdomde cafeïne cola snoepjes. Trainer Tank Top Thomas staat geduldig aan het begin van de straat te wachten. ‘Is het gelukt?’ ‘Half’ antwoord ik zo nonchalant mogelijk. Alsof ik tegen hem ga vertellen wat ik daarnet heb gedaan. I don’t think so.

Inhalen?!
Het antwoord ‘half’ krijgt een vervolg als we aan de lokale KFC voorbij lopen. Ik zet een paar stappen terug en loop naar binnen. De rij is lang. De plee is vies. Het goede nieuws,  dit keer zit ik afgeschermd. Ik geniet van het ‘loslaten.’ Als we naar buiten stappen komen we terecht in de pace groep die binnen de zeven uur wil finishen.’Thomas, kijk die lui sloom gaan. Inhalen?’ Thomas kijkt me aan. Zegt even niets. ‘Je wilt ze inhalen? Ze lopen op een ideaal tempo.’ ‘Die kom ik verderop in de race wel weer tegen.’

Ceremonie
We zijn inmiddels bij de 17 kilometer aanbeland en lopen zo goed als achteraan. Niet te geloven. Die te lange pitstop was nou niet echt een supergoed idee. We zoeken aansluiting bij de laatste groep. Komen aan de praat met een echtpaar dat hand in hand loopt. Thomas werpt zich out of the blue op als ceremoniemeester. ‘We are gathered here today…’ Thomas mag deze race dan in minder dan zes uur uitlopen hij heeft er zichtbaar plezier in dat alles op rustig(er) tempo verloopt. Het geeft ruimte voor improvisatie. Het BNN programma ‘De Lama’s’ is er niets bij. Thomas loopt achterop een meisje: ‘Lucy, Lucy, I finally found you. Where were you all this time?’ Ze reageert even niet. AKWARD. Ze begrijpt het grapje niet. Of toch wel? Ze lacht wat ongemakkelijk en loopt weg.

Coca-Cola
Op kilometer 21 word ik niet alleen bijgestaan door Thomas, maar ook door een Coca-Cola van. Mij hoor je niet klagen. Ik ga er naast rennen. Loop ik soms in de Tour de France in plaats van de Two Oceans Race? Ik vraag de bestuurder waar de muziek blijft. Die wordt pardoes aangezet. Heerlijk. Weet je wat het fijne van deze race is? Dat er om de twee kilometer een drinkpost opduikt. Naast water en de nodige energiedrankjes wordt er op iedere post Coca-Cola geserveerd. Het is alsof ik in de zevende hemel loop.

One-women-show
Gedurende vijf kilometer rennen we langs een prachtig strand met daarachter een azuurblauwe zee. Praten doe ik even niet meer. Genieten is wat ik doe. We komen in een prachtig dorpje terecht. Uit de speakers klinkt een iconische song. Ik voer mijn one-women-show op en doe net alsof ik in slow-motion op de maan ren.

Dixie love
Dixies. Ze bestaan. Thomas duikt erin. Ik mag doorlopen. Ik kom naast Lucy te lopen. Ze vraagt me waar ik vandaan kom. ‘Born and raised, Amsterdam based’ Geen reet van waar natuurlijk, maar alsof het pittoreske dorpje Harfsen haar ook maar iets zegt. Ik denk het niet. Ze praat terug. Ik kan haar nauwelijks verstaan. Uit het niets maakt ze een klap tegen de grond. Ik stop. Reik mijn hand uit. Deze wordt vel afgewezen. ‘Leave me alone!’ Okay… Dan blijf je toch lekker liggen, is wat ik denk.

Hill Billy
Kilometer 28 mag dan het halfway point aanduiden tot nu toe verloopt de race nog zeer soepeltjes. Als ik de ervaringsdeskundigen mag geloven dan begint het ‘echte werk’ op kilometer 29. Chapman’s Peak, dé berg der bergen, ligt op me te wachten. Een klim van vier kilometer. Het is er zo ontzettend mooi. Het uitzicht op de zee wordt met iedere stap die ik maak mooier en mooier. Ik kijk naar Thomas. Ook hij geniet zichtbaar. Besef ik me op dit moment eigenlijk wel waar ik ben en wat ik aan het doen? Nee. Het voelt zo onwerkelijk aan. Het mooiste deel van deze klim ligt besloten in het overdekte deel. Het inlopen van deze ‘open tunnel’ bezorgt me kippenvel. Het geluid van juichende mensen weerkaatst tegen de rotswand die zich aan mijn rechterhand bevindt. Een groep scholieren juicht me toe. Ik besluit een #selfie te maken waarmee ik de groep in beeld breng. Ze hebben geen idee wat zoiets met me doet. Heel even voel ik een brok in mijn keel opkomen. Ik loop hier toch maar G*dverdomme even 56 kilometer omdat ik weet dat ik dit kan. Weet Thomas dat eigenlijk ook al? Geen idee.

Love on top
Na het bereiken van de top, laat ik me zachtjes afdalen. Mijn knie tekent bezwaar aan. Het maken van de buiging veroorzaakt een snerpende pijn aan de achterkant van mijn rechter knieholte. Precies de blessure waarvoor ik de voorafgaande weken extreem intensief behandeld ben. Samen met Anouar en Thomas maakten we een plan de campagne op basis van de pijngrens die deze blessure veroorzaakt. Nogmaals het is een beheersbare pijn, zolang ik de focus verleg. Als ik terug ben neem ik de nodige rust en laat ik me uitbehandelen door Anouar.

Wildplassen 2.0
Het is niet de bovengenoemde blessure die me op kilometer 35 parten speelt, het is mijn stoelgang die kapot dreigt te gaan. De Coca-Cola en cola snoepjes verwoesten inch by inch mijn darmkanaal. Ik ben inmiddels door mijn WC-papier voorraad heen. Een dixie zie ik niet. Ik informeer Thomas over mijn meest recente gesteldheid. ‘Het voelt alsof ik iedere vijf minuten ongesteld wordt. Alsof het bloed losknapt daar in mijn heupen.’ Hij kijkt me vragend aan. ‘Alsof ik weet hoe is het is om ongesteld te worden..’ Netjes als hij is loopt hij op de eerst volgende toeschouwer af. Hij vraagt de man een stukje uit de krant te scheuren. De passant kijkt Thomas ietwat vervreemd aan. De beste man begint serieus door zijn ongelezen krant te bladeren, opzoek naar een voor hem minder interessant artikel. Thomas komt terug met twee pagina’s gewijd aan de Heer boven ons. Wat is het toch G*dverdomme met die man. Bij gebrek aan dixies ga ik voor de verandering maar weer eens opzoek naar een beschutte plek in de wildernis.

Religieuze pispauzes
Ik kniel neer. Nee ik ben niet aan het bidden. Ik druk me helemaal het apelazarus. Als ik zwanger was geweest had er nu een baby onder me gelegen. Persweeën aangenaam kennis te maken. I’m sure will meet again in the very far future. Helaas mogen mijn verwoede pers pogingen niet baten. Behalve een zielig azijn pis straaltje houdt het hier voorlopig op. De krant wordt erbij gepakt. Op de één of andere manier kom ik de laatste tijd met religieuze pis pauzes in aanraking. Remember NYC? Thank God for nutteloze pispauzes. Als een waar takkewijf overstijg ik de bosjes om terug te lopen naar Thomas, Die heeft het volgens mij aan de stok met een wijkagent. Oeps, wildplassen is niet, ik herhaal niet toegestaan. Daar heb ik dus echt letterlijk schijt aan, zoals je begrijpt.

Dixie Chicks
De kilometers 42 tot en met 47 gaan me niet gemakkelijk af. De girl group Dixie Chicks heeft er ongewild een nieuwe member bij. Eentje die schijt heeft aan alles. Ik ren van dixie naar dixie. Ik pers. Ik ren. Ik pers. Ik ren. Maar zonder resultaat. De pijn wordt bijna onhoudbaar. Ik besluit mijn meeste interessante biologie les ooit voor de geest te halen. Meneer van Lit legt uit hoe de sluitspier werkt aan de hand van een binnenband met daarin een balletje. Als je de sluitspier (lees: binnenband) uit elkaar trekt ontstaat er ruimte voor het balletje om te bewegen door constant een rek beweging te maken stuw je het balletje (lees: de poep) zachtjes voort. Op deze manier bereikt ditzelfde balletje uiteindelijk je nooduitgang. Tien minuten lang wissel ik zit bewegingen af met sta bewegingen. Het enige wat eruit komt zijn knikkers. Ik besluit mijn laatste hulplijn in te schakelen. Immodium. Had je deze al niet van te voren in moeten nemen? Ja volgens mij wel. Kijk en dat had ik mis. Het stopt juist de directe pijn die een stoelgang probleem kan veroorzaken binnen 15 minuten. Als een wonder overstijg ik mezelf. De pijn trekt weg. Ik bereik kilometer 49. Het moment waarop ik mijn race bib moet inleveren. De rest is history.

Make it happen
Wat ik heb geleerd van deze race? Dat geloven in jezelf je het aller verst brengt, ook al is dat lang niet altijd even gemakkelijk. Figuurlijk maar in mijn geval ook letterlijk. Nooit eerder liep ik ongetraind 56 kilometer. Nooit eerder was ik zo gebrand om te finishen. Helemaal toen ik mijn race bib af moest staan. Hoe konden ze me dat aandoen?! Uiteindelijk bleek het een schot in de roos te zijn. Juist het wegnemen van dit stukje papier deed me beseffen dat niet een startbewijs mijn race definieert, maar dat ik zelf verantwoordelijk ben voor de gewenste uitkomst.

Voor jou
Vanaf deze plek wil ik je bedanken voor je onvoorwaardelijk support. Je hebt er wederom voor gezorgd dat de finish er één is om nooit meer te vergeten. Zonder jou geen blog. Zonder jou geen verhaal. Je bent de beste lezer die Fieke en ik ons kunnen wensen.

Fiekstar
Fieke, ik was het afgelopen jaar niet de makkelijkste. Ik was misschien wel  de moeilijkste. Maar je pikte het allemaal. Je rende op je Haviana’s de laatste 800 meter met me mee over de finish. Je laat me keer op keer inzien dat ik tot veel meer in staat ben dan ik ooit heb durven dromen.

Anouar
Anouar, telkens als ik geblesseerd voor je lag op de behandeltafel was jij degene die me ervan verzekerde dat ik dit gewoon ging halen, zolang ik maar voldoende rust nam. Je wist keer op keer mijn blessures (vier in totaal) weg te toveren, alsof ze er nooit geweest waren. Je hebt er een klant voor het leven bij. Bedankt voor je extreem goede begeleiding. Meisjes, als je ooit geblesseerd bent? Dan mag je je melden bij Anouar, hij is te vinden in de FysioMed praktijd aan het begin van de Overtoom.

Ken
Ken, je kreeg als enige de ongepubliceerde blogpost te lezen die ik om 03:00 uur ’s nachts schreef. Ik lichtte hierin mijn volgende doel toe. Om 07:00 uur die ochtend kreeg ik een mail terug met de vraag ‘Heb ik jou ooit iets geweigerd?’ ‘Nee dat heb je niet Ken.’ Door jou stonden Fieke, Thomas en ik op 19 april aan de start van de mooiste race ooit. Mijn dank is groot. How can we ever return the faver? Ken en de rest van het Adidas team bedankt voor het mede mogelijk maken van dit avontuur. BTW, volgend jaar kun je ook weer op ons rekenen en dit keer met het verzoek dat je zelf ook deeltneemt aan de trail run.

Thomas
Thomas, je begon als mijn sport psycholoog, werd mijn trainer en was uiteindelijk de uitverkorene om me van begin tot eind te begeleiden in deze race. Je had deze race waarschijnlijk zelf binnen de vijf uur uitgelopen, maar je bleef zowaar naast me lopen. Je bleef op me inpraten. Je bleef zeggen dat ik er bijna was. Je bleef volhouden dat ik dit kon. En je had gelijk. Je was geduldig, je was streng doch rechtvaardig, je stond open voor concessies tijdens de race. Door jou werd ik in staat gesteld om te finishen. Je offerde je eigen prestatie op om de mijne te bewerkstellingen. Dat zegt alles. Dat zegt meer dan alles. Dat zegt het volgende: ‘How did you get here? Nobody was suppose to be here. I tried that run thing for the last time. My legs and stoelgang said no, no. Nobody suppose to be here. But I turn around and you standing here.’

Zie ik je volgend jaar bij de start?

?

(Fieke &) Francien

Follow my blog with BloglovinFacebook & Twitter

P.S. Follow our Instagram (username: Girlslove2run) to keep up to date! See you!

Recent