Ik kan het

Ja hoi ik heb gisteren (zaterdag) m’n eerste halve marathon gelopen. Hieronder lees je het verslag.

DSC_0016

0-8 KM
Lin en ik staan naast elkaar, en we zijn omringd door mensen. Stervensdruk kun je het niet noemen, we staan met de 10 kilometer en halve marathon lopers in een startvak. De sfeer is leuk en ik ben niet (meer) zenuwachtig: Ik moet het gewoon doen en dan zien we wel weer verder.

Het startschot van de Halve van Hoogvliet klinkt ongeveer 5 minuten later dan gepland, maar dan gaan we. Lin laat mij het tempo aangeven, maar zegt al na een kilometer: “Je rent nu best snel he?” Ik vloek en probeer iets te vertragen; ik wil niet op mijn tandvlees de laatste vijf (of tien…) moeten lopen. Ik denk steeds dat dat lukt, maar bij elke kilometer blijk ik maar een paar seconde boven of onder de 6 minuten per kilometer te zitten – rond de 10 km per uur dus.

DSC_0024

 

(Spot The Grinning Idiot )

Tijdens de eerste zes kilometer is het een feest van herkenning. Mijn vader en vriend stonden bij de start ons uit te zwaaien. Mijn moeder, oma en broer staan op 2 kilometer, mijn oom staat bij metrostation Hoogvliet bij kilometer 3, mijn andere oom staat op kilometer 4 klaar met zijn camera en zet me stralend op de foto. Op kilometer 5 staan mijn ouders, oma en broer opnieuw naar ons te gillen. Op kilometer 6 staan mijn oom, tante en nichtje voor ons te klappen.

Conclusie van het verhaal: Ik heb fantastische familie – en heel veel ooms.

Net na kilometer 6 is er water en een natte spons. Ik ben even in de hemel met die spons. Man, wat een feest om die even over je bezwete kop heen te raggen en over je nek uit te knijpen. Water drinken terwijl je rent is honderd procent kut en 60 procent onmogelijk. Maar we rennen wel door. Tijd is tijd.

Het riedeltje “Li, je gaat te snel”-“oh shit”-iets langzamer gaan-per ongeluk weer versnellen heeft zich nu elke kilometer herhaald. Al doe ik mijn best rustiger te lopen uit voorzorg voor later, ik loop gewoon lekker zo en voor mijn gevoel niet te hard.

Bij kilometer 7 staat Lindsey’s moeder en ze roept ons enthousiast toe. We komen langs vrijwilligers met water en bananen maar geen banaan voor mij nu: Ik tover mijn eerste gelletje tevoorschijn. Met een paar slokjes water krijg ik het weg en gaan we een lang, rustig stuk in.

IMG_6737

8-15 KM
Ik heb praatjes voor tien op moment. Ik loop lekker, en heb nog geen seconde mijn muziek aangehad of aan willen zetten. Ik klets wat met Lin over het rennen, maar ook gewoon over Orange Is The New Black en weekendplannen, en we klappen enthousiast voor de mannen (en eerste vrouw!) die alweer op de terugweg zijn op dit stuk.

Ik houd zo van deze omgeving van dijken, polders en bossen – dat maakt het lopen ook heel leuk.

De eerste 10 kilometer loop ik in 1:00:30. Ik vind dit een superfijn idee. A) eerste 10 kilometer in the pocket en B) ik heb nog 1,5 uur voor de volgende 11.1!

Desalniettemin heb ik tussen kilometer 12 en 13 een enorme mindfuck over dat ik misschien wel de laatste ben. Stel je voor. Maar op een bepaald moment haal ik mezelf eruit: “Maakt niet uit wie er laatste loopt, JIJ loopt hier. NU. En je moet nog een stuk. Dus doe dat maar gewoon.”

Bij kilometer 13 staan mijn vriend en Lindsey’s moeder, met nieuwe gelletjes. We pakken wat water en ik neem een gelletje.

DSC_0058

We zijn nu wel wat langzamer gaan lopen, maar het gaat nog steeds goed. Dan komen we bij het 15K punt en nu staan mijn ouders, mijn oom en tante, mijn broer, mijn oma en mijn nichtje daar. Ze joelen als een stelletje idioten als ze ons zien en ik grijns als een gek terug. Lin roept naar ze dat ik het heel goed doe terwijl we voorbij rennen.

image1

15-18 KM
Ik loop eindelijk 6’30’’. Hallelujah.

We rennen nu langs de Maas. Homestretch. Ik voel mijn benen en mijn billen nu wel, en ik adem als een astmatische neushoorn. Maar we lopen door. Lindsey is iets voor me gaan lopen, omdat ik anders te veel aanzet, en op dit niveau gaat het goed.

Tot ik bij 16 kilometer steken in mijn maag en onderbuik krijg. We wandelen 50 meter waarbij ik heel diep door mijn neus adem om het onder controle te krijgen. Als we weer verder rennen voel ik het nog wel, maar het heeft wel wat geholpen.

Lin kondigt steeds aan hoe ver we nog moeten, en ik vind het bizar dat het allemaal zo snel is gegaan. We zitten echt alweer op het laatste stukje.

Bij kilometer 16,5 staat er weer een drinkpost en we klokken nu wandelend wat slokjes water weg. “Nog 4,5 kilometer,” roept een vrijwilliger. “Dank u!” En we rennen een dijkje op:

…DE HEL IN.

18KM
Okay, da’s overdreven. Maar de laatste drie kilometer vind ik erger dan de hele vorige 18 bij elkaar.

Ik ben zo moe, mijn benen zijn zo moe, en ik heb zo’n dorst. En ik moet nog DRIE HELE KILOMETERS. Als ik logisch nadenk weet ik dat het een klein stukje is, dat ik dat heus nog wel kan, dat ik het gewoon ga doen, maar dat is ergens op de achtergrond. Ik heb alleen maar drie onmogelijke kilometers die ik nog moet in m’n hoofd.

Ik wil zo graag wandelen. Maar ik doe het niet. Ik ren stug door.

19KM
“Lin, ik moet echt even wandelen.”

“Doe maar hoor.”

We wandelen tot de tweede lantaarnpaal. Althans, dat was het plan.

Nu ik wandel, voel ik ineens hoe mega high ik ben geworden van het rennen. Tijdens rennen zelf merkte ik er weinig van, maar nu ik even wandel voel ik dat ik in een hele andere mentale staat ben beland. Knetterstoned voel ik me. Tegen de tijd dat ik uit mijn god-wat-ben-ik-high gedachtegang kom, is lantaarnpaal vier al voorbijgelopen. Oeps. Ik moet van Lin even lang uitrekken en mijn schouders losdraaien, en dan gaan we weer verder. We zijn er bijna.

IMG_6731

 

20-21.1 KM
Lin is a heel de race een fantastische haas. Ze pakt water en sponsjes voor me, geeft supergoed de afstanden en tijd aan, moedigt me onwijs aan en als kers op de taart rent ze af en toe vooruit om wat actie foto’s van me te kunnen nemen. Wat een heldin.

Iets na de 20 kilometer doet ze dit ook, rent vooruit voor een foto met de uitspraak “kom op, we zijn er bijna!” en ik val bijna neer van de moeheid en de emotie. Ik heb 20 seconden een huilreactie die niet doorzet: Ik snik heftig, en Lin komt gauw weer naast me rennen. De huilreactie is snel weer weg. Gelukkig hebben we de foto’s nog (zie hierboven).

We horen het gejoel van de finish al en een omstander roept “nog 400 meter”. Ik bedenk me dat ik altijd in mijn hoofd heb gehad om met Thunderstruck van ACDC in mijn oren te finishen. Maar goed, ik besef me daarbij ook dat tegen de tijd dat ik in deze staat waarschijnlijk pas mijn telefoon heb unlocked als ik al over de finish ben, dus ik laat het gaan. Fuck it, volgende keer misschien.

Ik heb heel de race, 21 kilometer lang, zonder muziek gelopen. Doe ik nooit. Kan ik niet. Dacht ik.

Bij het laatste stukje staat de brandweer en wat vrijwilligers iedereen aan te moedigen. Ik kijk net zo wanhopig uit mijn ogen als dat ik me voel, maar zodra er een roept “nog 250 meter dames, bijna!” denk ik: Je kan ALLES volhouden als het maar voor 250 meter is.

DSC_0071
“Sprintje trekken?” vraagt Lin.

Ik schud verwoed mijn hoofd, hell no. Ik ga al dood bij het idee, denk ik.

“Dat ben je al aan het doen,” zegt ze ter opheldering.

Oh.

Weer staan mijn ouders, Lindsey’s moeder en mijn vriend aan de zijlijn te zwaaien en roepen als we aankomen. Ik zwaai, en kan weer lachen. Godverdomme ik ben er.

Hand in hand met Lin ren ik de finish over.

Op de klok staat 12:12-nog iets, hoor ik later.

POST 21.1K
Ik krijg een roos en een tasje in mijn handen gedrukt maar ik voel me alsof ik elk moment kan gaan kotsen. Doe ik niet, maar gedesoriënteerd wandel ik richting het grasveldje, Lin achter me aan, en we storten even samen neer in het gras.

Ooooh, mijn knieën.
Ooooh, wat heb ik een dorst.
We drinken de flesjes water uit het tasje en lopen dan naar onze familie.

DSC_0085

Ik knuffel en kus iedereen ondanks mijn gore zweetlijf en -hoofd. Ik voel me nog steeds high van het lange rennen.
Ik ga naar huis, in bad, en ik haal bij de snackbar een enorme bak patat die ik kijkend naar Orange Is The New Black kijk.
Mijn netto tijd blijkt…2:11:43.

GL2R SLOT FOTO-1

CONCLUSIE
Ik heb een superleuke halve marathon gelopen. Met Lin als superhero-haas, met lieve familie langs de kant, in mijn lievelings-omgeving, met een heel blij hoofd. Ik vond het leuk, zelfs met die stomme laatste drie kilometer. En met zo’n prachtige tijd (vind ik!) ben ik ook heel gelukkig.

Wijsheid bij de conclusie: Als je traint, dan kan je dingen. Ook de dingen waarvan je denkt dat je ze niet kan. Ik ben het hardlopen heel leuk gaan vinden en ben er zeker nog niet klaar mee,, maar ga voor andere dingen trainen nu dan een halve marathon. Die andere dingen lees je misschien weer hier, en anders op mijn blog.

?

Lianne

PH: Mariet Mons

Follow my blog on Instagram or Facebook. to keep up to date! See you!

Recent